Ons pestbeleid

Pestbeleid op onze school

Als school vinden we het welbevinden van onze leerlingen zeer belangrijk!
A.d.h.v. de preventiepiramide (we baseren ons op het model van Johan Deklerck) willen wij op verschillende niveaus voorkomen dat het tot pestgedrag komt en het aanpakken als het zich voordoet.
Er is sprake van pestgedrag:
- als iemand langdurig en aanhoudend het slachtoffer is
- van bewust uitgeoefend
- (pijnlijk, kwetsend, schadelijk, vernederend, … =) gewelddadig gedrag van één of meerdere personen
- in een situatie waarin het slachtoffer onmachtig is om het pesten te keren (ongelijke machtsbalans)


Zowel op klas- als op schoolniveau, zowel bij onze jongste kleuters als bij onze schoolverlaters zorgen we op verschillende manieren voor een aangenaam klas- en schoolklimaat door o.a. , middagactiviteiten en -sport, klasoverschrijdende activiteiten, spelkoffers, kringgesprekken gevoelsthermometer, specifieke prentenboeken, themaweken, verwenweek, klasbrievenbus, godsdienstthema’s als vergeven en verzoenen, peer-turoring, themalessen vb.: cyberpesten,  iedereen uniek … . 

Indien het toch tot pestgedrag komt, zullen de klasleerkracht, de zorgleerkracht en directie via de ‘herstelaanpakmethode’ tot een oplossing proberen te komen en zo het gedrag van zowel de pester(s) als gepeste leerling(en) positief te beïnvloeden. Ook de middengroep wordt hierbij betrokken.
Hoe werkt die aanpak?     
Op het moment dat het pesten gemeld wordt (door gelijk wie) zal de zorglkr eerst een gesprek doen met het gepeste kind en luisteren of het werkelijk om pesten gaat. De aanpak wordt toegelicht en aan het kind wordt gevraagd of het wil dat een groepje helpt. Indien de toestemming van het kind er is (veelal ook in samenspraak met de ouders), kunnen we verder werken.
Aan het gepeste kind wordt gevraagd hoe het zich voelt en wat het meest lastig is. Het kind mag dit noteren in een brief, een gedicht, een tekening, …
De zorgleerkracht stelt samen met het gepeste kind een groepje samen waarin de pester(s), de vriend(innet)jes en nog enkele andere kinderen (meelopers) zitten.
De zorgleerkracht roept het groepje een eerste keer samen en legt uit dat we samen zijn om elkaar te helpen en omwille van het feit dat het gepeste kind zich niet meer zo goed, veilig voelt op school. De brief, gedicht, … wordt voorgelezen en op die manier doen we beroep op de empathie van de kinderen.
De vraag wordt aan het groepje gesteld om te zoeken naar oplossingen voor het kind. Elk kind van het groepje wordt persoonlijk aangesproken en gevraagd wat hij/zij er zal aan doen om ervoor te zorgen dat het gepeste kind zich beter gaat voelen op school. Er wordt een periode vooropgesteld waarin ze kunnen toepassen wat ze beloven.
 Na die bepaalde periode wordt iedereen terug individueel bij de zorgleerkracht geroepen om  te evalueren hoe de voorbije periode werd ervaren.
Meestal loopt dit goed af en hebben kinderen ook in latere periodes meer oog voor elkaar.

Heel belangrijk hierbij is dat pestgedrag gemeld wordt! Mogelijke meldpunten op onze school: de klasleerkracht, gelijk welke leerkracht, de zorgleerkracht, de directie. Wij moedigen de leerlingen aan om steeds te melden als ze zien dat kinderen gepest worden, of als ze zelf gepest worden! MELDEN MOET! Pas dan werken we samen om pestgedrag te doen stoppen, dan pas kunnen we met de pester(s), de meelopers en de gepeste(n) werken tot we terug een positief en veilig klas- en schoolklimaat bekomen. Ook verwachten we van de ouders dat ze ons komen melden als ze weet hebben dat er gepest wordt. Een telefoontje naar de school kan zorgen voor het begin van een beter welbevinden. Ook van ons kant zullen we jullie, ouders, op de hoogte brengen als er met de herstelaanpakmethode gestart wordt bij jullie kind. Indien de pester alsnog niet stopt, zullen ook die ouders aangesproken worden en om samenwerking gevraagd worden.